stomen

Aardwarmte

Warmte uit de aardbodem is een duurzame vorm van energie. Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. De temperatuur in de kern is naar schatting 2.000 tot 12.000 graden Celsius. Elke kilometer die je dieper graaft, stijgt de temperatuur met 30 graden Celsius. Aardwarmte is een milieuvriendelijk alternatief voor het stoken van bijvoorbeeld gas en kolen. Het gebruik van aard- en bodemwarmte zorgt namelijk nauwelijks voor vervuiling en uitstoot van CO2.

Aardwarmte wordt zowel voor het verwarmen van huizen gebruikt als in de (glas)tuinbouw. De telers kunnen met aardwarmte hun kassen verwarmen of juist in de zomer warmte wegvoeren. Dit doen zij door met een aardwarmte-installatie naar aardwarmte te boren met zogeheten bodemwarmtewisselaars. Zo'n bodemwarmtewisselaar bestaat uit een gesloten buizensysteem dat meters diep de bodem in gaat.

 

aardwarmte

 

In de zomer wordt het relatief koele bodemwater omhoog met gepompt en gebruikt om bovengrondse warmte in weg te vangen. Op deze manier kan het bodemwater warme lucht afkoelen in kassen. Het opgewarmde bodemwater wordt daarna teruggepompt. Diep in de bodem blijft die warmte behouden. Het bodemwater vormt een 'opslagvat' van warmte.

In de winter komt juist de warmte in het bodemwater goed van pas. Het bodemwater wordt dan opgepompt, de warmte er weer uitgehaald en het water weer teruggepompt. De warmte wordt dan voor de verwarming van de kas gebruikt. Als de warmte uit het grondwater is gehaald, wordt het water weer teruggepompt.

Met de aardwarmte kan in sommige gevallen 8 miljoen kuub aardgas worden bespaard en dat kan gelijk staan aan 90% van het oude energieverbruik.